Aantekeningen |
- Capelle RA67 (Doekefkes) Folio 29
Hier den brieff uijt genaeckt.
Gifte Bartholomeus van Baerdwijck, verkoper.
Anthonij vander Nat, koper.
Comparerende voor ons Schout ende Heemraden van Schrevelduijn Cappel, hier onder genomineert den eersamen Bartholomeus van Baertwijck woonende tot Sprangh, ende heeft over gegeven met eender vrijer giffte soo als recht is aen ende ten behoeff van Anthonij Andriessen vander Nath, sijne neve, specialijck ontrent twee hont driesse, sijnde ten deele Quebben putten ende cuijlen, gelegen ten oosten vande Nieuwvaert, ten oosten teijnde de erve van Cornelis Janssen van Gorcum, gelegen west, noorden, ende oost Adriaen Wouterssen Visser, zuijden Arnoldus van Ophort ende dat alsoo groot ende cleijn, als de selve aldaer gelegen is, hem Comparant ab intestato aen gecomen bij deelinge van Willemken Woutersen Maes za., der selver grootmoeder was, ende dat met alle wegen, stege, schouwe ende nabueren rechten met recht daer uijt gaende, voorts soo geloofft den voorss Comparant, tselve te veijen ende waren naer den rechten vande Landen ende alle Callangie ende voor commer affte doen tot desen dage toe. Coeam, Adriaen Timmers Schout, Johan Knaep ende Mighiel Janssen Backer Heemraden, actum desen XXIIe Januarij 1687.
Parthijen verclaren voor recht den coop gereet ende contant goet te wesen ter somme van seventien car: gulden, waer van den voornoemde Comparant bekent ten volle voldaen ende betaelt te sijn, datum ut supra.
Adr:Timmers Johan Cnaep
1687 Schout Michiel Jansen Backer
----------------
Capelle RA68 (Doekefkes) Folio 10v
Compareerde voor Schout ende Heemraders van s’Grevelduijn Cappel ondergenoemt, Anthonij vander Nath den welcke verclarde wettelijck over te geven met eender vrije gifte soo gewoon ende recht is aen ende tot behoeff van Cornelis Jansen Wagemaecker den Jongen, seecker binnen dijckse delle gelegen ten ooste vande Nieuwvaart, groot ontrent drie hondt, belent noordrn Govert vander Punten, Zuijden de wed. Jacob de Bruijn, streckende vander halver Nieuwvaart aff, oostwaarts op tot d’erve van Govert vander Punten toe. Ende dat met alle wegen, stegen, schouwen, watergangen ende nabueren rechte, met recht daar uijtgaande, voorts gelooft den transportant den getransporteerde int voorsr. goet te vrije ende waaren naar den rechte vanden Landen, ende alle voorcommer
|